‘Verdiepen en verbreden in veldonderhoud’

Milati vindt het belangrijk om zijn relaties goed te informeren over de laatste ontwikkelingen wat betreft gras- en veldonderhoud. Daarom organiseerde Arjen een tweedaagse trip naar Engeland waarvoor hij vier mensen uit het vakgebied uitnodigde. De grasmeesters van verschillende voetbalclubs, Erwin Braspenning (NAC Breda), Henry de Weert (FC Twente), Jan Dijkhuizen (AZ) en Gertjan Hilarius (tientallen amateurclubs), reisden met Arjen naar het Verenigd Koninkrijk om zich daar samen te verdiepen én verbreden in hun vakgebied! 

In bovenstaande foto v.l.n.r.: medewerker Allett, Arjen Spek, medewerker Allett, Henry de Weert, Jan Dijkhuizen, Gertjan Hilarius, Erwin Braspenning

Edgbaston Cricket Ground 

Maandag 18 juni vloog de groep mannen vanaf Schiphol naar Birmingham. Daarvandaan reedt de bus ze naar Edgbaston, waar ze het gerenommeerde cricketstadion bezochten. ‘Country Ground of Edgbaston Stadium’ is met zijn 25.000 zitplaatsen het op drie na grootste cricketveld van het Verenigd Koninkrijk. Er worden daar heel belangrijke wedstrijden gespeeld en toernooien georganiseerd. 

Het gezelschap werd opgewacht door Gary Barwell, ‘Head Groundsman’ van het stadion. Gary gaf een rondleiding door het internationaal hoog aangeschreven stadion, die uiteraard begon met het inspecteren van het beroemde cricketveld. ‘Maar cricket is toch heel anders dan voetbal?’, hoor ik je denken. Dat klopt! Arjen legt uit: “Niet alleen de sporten verschillen enorm van elkaar, maar ook in onderhoud is een cricketveld heel anders dan een voetbalveld. De grasmat bij cricket wordt bijvoorbeeld heel kort gemaaid, het gras is slechts drie millimeter hoog! Dit zorgt voor zo veel mogelijk indrukking, terwijl indrukking bij voetbal juist zoveel mogelijk wordt voorkomen. Wat een no go is op een voetbalveld, dat doet een fieldmanager op een cricketveld…” Juist omdat dit veldonderhoud zo anders is, wordt het gezelschap getriggerd om eens letterlijk en figuurlijk buiten de gebaande paden te kijken. En dat is ze gelukt! Na een lekkere lunch vervolgden Gary en zijn bezoekers de rondleiding, dit keer binnenin het stadion. Ze bezochten de persruimte en in de loop van de rondleiding leerden ze veel over de rijke geschiedenis die Edgbaston Stadium kent. 

De fabriek van Allett

De volgende morgen stond het bezoek aan de fabriek van Allett in Hixon op het programma. Daar hoorde ook een rondleiding bij waarin de uitgenodigde grasmeesters werd uitgelegd en gedemonstreerd hoe de productie van de Allett-machines verloopt.

Ook was de ronde tafel gereserveerd voor een gesprek tussen de mannen en de afdeling Verkoop, Engineering en After Sales van Allett. Zo konden Allett en Milati peilen wat de behoeften zijn van de gebruikers van hun machines, intensieve gebruikers zoals Erwin, Henry, Jan en Gertjan. Er werd besproken hoe de heren tegen de toekomst aankijken: wat verwachten ze dat ze straks nodig zullen hebben aan materieel? En: wat vinden ze van de huidige machines? Hun input is essentieel voor de ontwikkelaars, want als de productie daarop gebaseerd wordt, kunnen de machines geheel voorzien in de behoeften van gebruikers en dát is wat Allett en Milati graag willen. 

Birmingham City Football Club

’s Middags na de lunchbreak bezochten de mannen Birmingham City Football Club waar ze opnieuw werden opgewacht door de Head Groundsman van het stadion: Martin Kelly. Hij begeleidde de mannen door dit voetbalstadion. Een voetbalstadion is toch wat bekender terrein voor de heren dan het cricketstadion, maar daarom zeker niet minder interessant. Er was namelijk ook ruimte om met Martin te sparren over het gebruik van machines en het inzetten van de juiste gereedschappen op de juiste momenten. Martin zelf gebruikt al jaren machines van Allett om het veld van BCFC te onderhouden. Allett levert niet alleen aan deze grote club in Engeland, maar ook aan clubs zoals Manchester City, Manchester United en Liverpool. Allett helpt dus bij het onderhoud van grote spelers in de voetbalwereld. 

Terug naar droog Nederland

Na het interessante bezoek aan BCFC vloog het gezelschap terug naar het thuisland waar de aanhoudende droogte weer aan de orde van de dag is voor de grasmeesters. Een mooi moment om de opgedane kennis over besproeiing en beregening meteen in de praktijk te brengen! 

Het was een geslaagde trip! Dat lees je hieronder in de interviews met de vier uitgenodigde grasmeesters, maar ook Arjen beaamt: “Je hebt zulke dagen ruim de tijd om elkaar beter te leren kennen. Dat vind ik heel prettig voor de omgang! En de input van de anderen is voor mij ook erg relevant: ik hoor graag van hén hoe de machines bevallen en wat er volgens hén beter kan.” 

Erwin Braspenning

Erwin Braspenning

40 jaar
Grasmeester van NAC Breda


Hoelang ben je al grasmeester bij NAC Breda?

“Sinds 2009 help ik mee om het veld van NAC zo goed mogelijk te houden. Mijn vader, Jan Braspenning, was toentertijd grasmeester en ik assisteerde. De afgelopen drie jaar doe ik het zelfstandig. Wel word ik af en toe geholpen door een werknemer en verschillende vrijwilligers.”

Wat vind je het leukste aan je werk als grasmeester?

“Vooral het veld gereedmaken voor de wedstrijddagen vind ik een mooie uitdaging. Zorgen dat het veld er op en top uitziet met mooie lijnen, een duidelijk patroon, et cetera.”
Dat lukt ook aardig, want Erwin en zijn vader mochten tweemaal de schaal van de Jupiler Leage als prijs voor het beste veld van de Eerste Divisie in ontvangst nemen. In de Eredivisie krijgt het veld een mooie zesde plaats (6e).

Hoe ben je in contact gekomen met Arjen Spek?

“Eigenlijk via Facebook. Ik kan me nog herinneren dat hij contact met me zocht, omdat hij het opvallend vond dat ik op het hoofdveld een ander patroon dan het ‘normale’ blokpatroon maaide. Ik experimenteerde met bijzondere patronen die wat afweken van het normale patroon en hij spotte dat op Facebook.”

Wat vond je ervan dat je een uitnodiging kreeg voor de trip?

“Ik vond het meteen fantastisch en ik dacht: die kans pak ik met beide handen aan! Engeland is wat mij betreft het land dat het ‘t beste doet qua veldonderhoud in sport, dus ik was meteen enthousiast.”

Wat was voor jou het hoogtepunt van deze twee dagen?

“Het bezoek aan het cricketveld in Birmingham was voor mij het hoogtepunt. Het was interessant om eens een andere werkwijze te zien, omdat het onderhouden van dit veld daadwerkelijk een andere tak van sport betreft. Eerlijk gezegd vond ik het bezoek aan de fabriek van Alett ook wel heel tof! Het was leuk om gesprekken te voeren met de mensen die de producten waar grasmeesters mee werken bedenken en creëren. Ze waren oprecht geïnteresseerd in onze mening over de producten.”

Wat vond je het meest leerzaam?

“Wat ik vooral meeneem is de informatie over het veld van Birmingham City Football Club dat we hebben bezichtigd. Zo vertelde Martin, de groundsman, bijvoorbeeld dat hij het middenterrein (het veld bínnen de lijnen) meer aandacht geeft dan het buitenterrein (búíten de uitlijnen). Het middenterrein krijgt dagelijks onderhoud en het buitenterrein minder regelmatig, omdat dat ook een minder belangrijk deel van het speelveld is. Met deze aanpak kun je veel tijd winnen.
Verder is het over het algemeen ook leerzaam om te sparren met anderen uit het vakgebied.”

Hoe zou je deze trip in een paar woorden omschrijven?

“Een zeer interessante, leerzame ervaring!”

Hoe kijk je tegen het nieuwe voetbalseizoen aan? 

“Ik zie er wel naar uit. Ik denk dat ik voor mijn eigen prestatie kan zeggen dat het veld er dit jaar beter bij zal liggen. Vorig jaar kon het toplaagje van ons veld er niet meer af, omdat we maar vier weken voorbereidingstijd hadden. Normaal gesproken hebben we zo’n acht tot tien weken. Dat we nu minder tijd hadden, had te maken met het feit dat NAC een lange nacompentetie speelde, dat er evenementen plaatsvonden en dat we ons veld klaar moesten maken voor het EK Vrouwen. Dat was wel balen. Nu is het toplaagje er al af, dus dat kan niet meer fout gaan – ik heb er zeker vertrouwen in.”

Henry de Weert

Henry de Weert

44 jaar
Groundsman van FC twente


Hoelang ben je al groundsman bij FC Twente?

“Sinds 2010, dus inmiddels acht jaar, ben ik verantwoordelijk voor het veld van FC Twente. Voordat ik bij FC Twente aan de slag ging, heb ik golfbanen onderhouden. Qua manier van grasbewerking en -onderhoud is zo’n veld enigszins vergelijkbaar met een voetbalveld. Ik ben al vijfentwintig jaar actief in de wereld van groenvoorziening en -onderhoud.”

Wat vind je het leukste aan je werk als groundsman?

“Het leukste is dat ik dit werk al zo lang doe. Het blijft mijn passie om het veld zo goed mogelijk op te leveren. Voor een professioneel voetbalbalclub moet je ook kwaliteit leveren. Ik merk wel dat dat voor clubs als FC Twente een grotere uitdaging is dan voor bijvoorbeeld een Feijenoord, omdat onder andere deze Rotterdamse club simpelweg meer mankracht, materieel en budget heeft. Daar kun je dan niet tegenop boksen, maar ik doe graag mijn uiterste best om ons veld zo goed mogelijk te krijgen. Daarnaast houd ik van voetbal als sport, dus dat valt in mijn werk mooi samen. Ik heb zelf ook op niveau gevoetbald, maar nu zit ik in een vriendenteam met niveau ‘bal op het bak’.”

Hoe ben je in contact gekomen met Arjen Spek?

“FC Twente had andere maaimachines nodig, dus ik ging op zoek naar leveranciers met machines die aan de wensen voldeden. Ik wilde graag echt zíén hoe de machines werkten en ze ook graag even proberen. Zo kwam ik bij Arjen terecht, waar ik een demonstratie kon aanvragen. Hij kwam naar ons stadion en ik was onder de indruk van de prijs-kwaliteitverhouding. De twee machines die hij ter demonstratie had meegebracht, mochten meteen blijven staan bij FC Twente.”

Wat vond je ervan dat je een uitnodiging kreeg voor de trip?

“Heel leuk, want je krijgt de kans om te zien hoe het materieel waar je gebruik van maakt bedacht en geproduceerd wordt. Daar was ik benieuwd naar, dus ik vond het erg leuk dat ik werd meegevraagd!”

Wat was voor jou het hoogtepunt van deze twee dagen?

“Dat was voor mij met stip de fabriek van Allett. Zoals ik al zei, leek het me boeiend om te zien waar mijn machines vandaan komen en hoe die geproduceerd worden. Het gesprek met de producenten was daarom ook erg interessant. Ze waren erg benieuwd naar onze mening over de producten na ons bezoek aan de fabriek. Daarmee waren ze echt een luisterend oor voor de gebruiker. Zo maken ze denk ik innoverende producten en dat vind ik mooi om te zien!”

Wat vond je het meest leerzaam?

“Het bezoek aan de fabriek, waarbij we veel konden zien van de producten. Ik vond trouwens het opvallend dat Allett zo serieus te werk gaat en zijn afspraken nakomt. De fabriek komt ‘onengels’ op me over, in positieve zin. Ik ben weleens eerder in een Engelse maaimachinefabriek geweest, maar die was toch meer oud-Engels: een beetje rommelig en vies. Bij Allett was er een duidelijke visie achter de werkwijze en de fabriek zag er netjes uit, waardoor men er preciezer te werk kan gaan. Met Alletts service had ik al positieve ervaringen, maar door de fabriek te zien is die beleving alleen maar positiever geworden.”

Hoe zou je deze trip in een paar woorden omschrijven?

“Kennis delen, kennis opdoen en sparren met collega’s. Echt interessant om met elkaar in gesprek te gaan en vragen te stellen, zoals: ‘Waar loop jíj nou tegenaan in jóúw stadion?’ Zo kom je veel over elkaar en elkaars werk te weten.”

Hoe kijk je tegen het nieuwe voetbalseizoen aan? 

“Tja, voor FC Twente is het wel spannend, want de club is gedegradeerd. Voor het volgende voetbalseizoen is er één doel en dat is: direct terug naar de Eredivisie. Ik draag mijn steentje daaraan bij door het veld klaar te maken voor de te spelen wedstrijden. Ik kom zelf uit Apeldoorn en ben niet echt ‘fan’ van een bepaalde voetbalclub, maar ik hoop zeker dat FC Twente weer teruggaat naar de Eredivisie!”

Jan Dijkhuizen

Jan Dijkhuizen

55 jaar
Groundsman van AZ


Hoelang ben je al groundsman bij Alkmaar en Zaanstreek?

“Officieel noemen ze me ‘groundsman’, maar ik merk dat de term ‘grasmeester’ in het Nederlands wat meer in de mode is. Maar ik krijg alle namen, hoor – zo noemen ze me ook weleens groenvoorziener. Hoe je het ook noemt, ik ben het nu 10 jaar. Tot 2008 was ik hovenier. Ik woon praktisch naast het stadion en zag tien jaar geleden een vacature voor groundsman bij AZ. Ik solliciteerde, omdat het dichterbij was dan mijn baan als hovenier en ik had meer vrijheid in het inplannen van werktijden. Dat was ideaal!”

Wat vind je het leukste aan je werk als groundsman?

“In het begin vond ik het helemaal niet zo leuk. Je ziet alleen maar gras en als voormalig hovenier moest ik daar wel even aan wennen. Het duurde niet lang voor ik doorkreeg dat je er zelf een uitdaging van kunt maken, door je te verdiepen in de materie. De uitdaging zit ‘m vooral in het vooruitdenken, een aantal stappen voor zijn op wat er op het veld gaat gebeuren. Er zijn allerlei manieren om het gras sterker te maken en de kwaliteit ervan hoger te krijgen. Ik let daarom goed op wat er om me heen gebeurt, bijvoorbeeld: hoe pakken andere clubs het aan?”

Hoe ben je in contact gekomen met Arjen Spek?

“Bij AZ waren we op zoek naar een maaimachine die het veld direct na een wedstrijd weer speelklaar kon maken. Via sociale media zag ik een machine die voldeed aan de eisen en toen ben ik gaan zoeken wie zulke machines kon leveren. Zo kwam ik snel bij Arjen terecht.”

Wat vond je ervan dat je een uitnodiging kreeg voor de trip?

“Deze uitnodiging wilde ik natuurlijk niet afslaan! Zo’n trip is ook een mooie gelegenheid om weer interessante informatie op te doen en om tips van mee te nemen. De afspraak was al een tijd geleden gemaakt en onze reis is meerdere keren uitgesteld, omdat het moeilijk is om met een groep mensen (met dit werk) een moment te prikken om weg te gaan. Als je er eenmaal bent, merk je dat het veel oplevert! Zowel qua kennis als qua connecties.”

Wat was voor jou het hoogtepunt van deze twee dagen?

“Voor mij was het delen van kennis gedurende de trip het hoogtepunt. Ik vind dat er eigenlijk veel te weinig kennisdeling is binnen ons vakgebied, maar als je een paar dagen weg bent met elkaar is het stukje kennis delen iets wat vanzelf gaat. Dat komt doordat je op een andere manier praat met je collega’s als je op zo’n trip bent. Heel leerzaam.”

Wat vond je het meest leerzaam?

“Ik vond het bezoek aan de fabriek van Allett erg interessant, omdat er veel ruimte was voor vragen over de producten. Bijvoorbeeld de werking van machines of het repareren ervan. Ik denk ook dat het belangrijk is om te zien hoe het er in zo’n fabriek aan toe gaat, hoe de machines gefabriceerd worden.”

Hoe zou je deze trip in een paar woorden omschrijven?

“Voor mezelf zou ik ‘m omschrijven als: van tevoren wist ik nog niet precies of ik er wat aan zou hebben of wat het zou opleveren, maar achteraf zie ik het als een heel nuttige reis!”

Hoe kijk je tegen het nieuwe voetbalseizoen aan? 

“Zoals ik elk jaar tegenaan kijk: werk aan de winkel! Ik sta er vrij blanco in… Het voetbalwereldje is een apart wereldje, dus je weet nooit wat je te wachten staat. Zoals elk seizoen zal vast ook de (wat mij betreft een beetje nutteloze en onophoudelijke) strijd weer over of een kunstgrasveld, een hybride veld of een ander veld het best is. Die discussie duurt al jaren.”

Gertjan Hilarius

Gertjan Hilarius

32 jaar
Eigenaar van en projectleider bij Gazonbemesting.nl en Grasjan.nl.


Hoelang ben je al ondernemend als aannemer in het groen?

Inmiddels bestaat Gazonbemesting.nl drie jaar. Deze onderneming is begonnen als webshop en voor het gedeelte advies en begeleiding heb ik Grasjan opgericht. Sinds anderhalf jaar werk ik volledig voor mijn eigen onderneming. Ik heb de hoveniersopleiding gedaan en op mijn 15eliep ik stage bij een golfbaan. In eerste instantie vond ik het niet zó leuk dat ik er mijn werk van wilde maken, maar na verloop van tijd kreeg ik van de hoofdgreenkeeper meer verantwoordelijkheden en ook veel vrijheid. Dat maakte het voor mij echt een leuke uitdaging! Zo ben ik er eigenlijk steeds verder in ontwikkeld en tot een eigen onderneming gekomen. Inmiddels ben ik verantwoordelijk voor het onderhoud van zestig voetbalvelden van amateurclubs.

Wat vind je het leukste aan je werk als aannemer in dit vakgebied?

Dat geen dag hetzelfde is, want door de natuur is elke dag anders. Ik vind het mooi om het maximale uit een grasveld te halen, terwijl je te maken hebt met verschillende omstandigheden, zoals wind en water.

Hoe ben je in contact gekomen met Arjen Spek?

Arjen is 12 jaar geleden voor zichzelf begonnen en ik beheerde toen als 18-jarige de golfbaan in Appelscha. Daar hadden we slijpbanken (voor maaimachines) die we niet meer gebruikten.  Arjen kwam ze oppikken om ze door te verkopen. Zo kwamen we met elkaar in contact en we hebben dit contact ook onderhouden door veel samen te werken. Zo staan we ook samen op beurzen. Inmiddels is onze collegiale band uitgegroeid tot een vriendschap.

Wat vond je ervan dat je een uitnodiging kreeg voor de trip?

Ik vond dat hartstikke leuk! Eigenlijk kwam de uitnodiging precies op tijd, want vlak voor ik de uitnodiging kreeg, had ik tegen Arjen verteld dat ik graag eens zou zien hoe de machines waarvan ik gebruikmaak gefabriceerd worden.

Wat was voor jou het hoogtepunt van deze twee dagen?

Het hoogtepunt voor mij was dan ook de fabriek, waar ik antwoord kreeg op mijn vragen. De medewerkers van Allett vormen als het ware een hechte familie. Natuurlijk is er hectiek in zo’n fabriek, maar die was nauwelijks merkbaar. Een kleine groep mensen zet een heel mooi product neer. 

Wat vond je het meest leerzaam?

’s Avonds met een groot glas bier praat je met collega’s over de zaken waar je tegenaan loopt in je werk. Met deze weersomstandigheden is het interessant om eens met elkaar over bijvoorbeeld algen of de aanhoudende droogte te praten. Dan vraag je een ander: hoe pak jij dat nou aan? Zo leer je allemaal weer wat van elkaars werkwijze!

Hoe zou je deze trip in een paar woorden omschrijven?

Gezellig, interessant en leerzaam!

Hoe kijk je tegen het nieuwe voetbalseizoen aan? 

Ik houd mijn hart vast! De droogte houdt lang aan en dat is voor een voetbalveld natuurlijk niet best. Het is voor amateurclubs lastig om de droogte tegen te gaan, omdat ze simpelweg de middelen niet hebben (sproei- en beregeningsinstallaties zijn te duur). We hebben de velden keurig gerenoveerd, maar we hebben ook regen nodig, dus ik hoop wel op een flinke plensbui!